woensdag 20 juli 2011

Wie moet de invorderingsbeschikking aan de rechtbank bekendmaken?

ABRvS, 20 juli 2011. Het college van B en W van Veere had een last onder dwangsom opgelegd terzake van de overtreding van artikel 2 van de Gebruiksverordening tweede woningen Veere. Volgens dit artikel is het verboden een woning te gebruiken of te laten gebruiken als tweede woning.

De overtreder bestreed in beroep en hoger beroep tevergeefs de opgelegde last. De uitspraak is echter interessant vanwege de overwegingen van de Afdeling over een invorderingsbeschikking die hangende beroep was genomen.

De overtreder had tegen deze invorderingsbeschikking bezwaar gemaakt bij het college van B en W. Daarmee was duidelijk dat de overtreder de invorderingsbeschikking betwistte, zodat het beroep op grond van artikel 5:39 lid 1 Awb mede betrekking had op de invorderingsbeschikking. De rechtbank was echter niet op de hoogte van het bestaan van de invorderingsbeschikking, zodat zij naliet hierover een oordeel te geven.

De Afdeling overweegt dat het op de weg van de rechtbank had gelegen om bij het college van B en W te informeren of er invorderingsbeschikkingen waren genomen. Verder overweegt de Afdeling dat het college van B en W de rechtbank op de voet van artikel 5:39 lid 1 Awb had moeten informeren over het bezwaar tegen de invorderingsbeschikking.

De overtreder blijft hier buiten schot en dat is toch merkwaardig. Het derde lid van artikel 5:39 Awb bepaalt immers dat de belanghebbende in beroep of hoger beroep zo spoedig mogelijk een afschrift van de betwiste invorderingsbeschikking overlegt.
LJN: BR2318

Geen opmerkingen:

Een reactie posten