dinsdag 8 november 2011

De invorderingsbeschikking en artikel 5:39 lid 1 Awb

ABRvS, 2 november 2011. Artikel 5:39 lid 1 Awb bepaalt dat het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen een last onder dwangsom mede betrekking heeft op een beschikking die strekt tot invordering van de dwangsom, voor zover de belanghebbende deze betwist. Artikel 5:31c lid 1 en 4:125 Awb kennen een vergelijkbare bepaling.

In de parlementaire geschiedenis wordt opgemerkt dat deze bepalingen zijn ontleend aan artikel 6:19 lid 1 Awb. Er is echter één wezenlijk verschil. Artikel 6:19 lid 1 Awb bepaalt dat het bezwaar of beroep mede wordt geacht te zijn gericht tegen het nieuwe besluit, tenzij het nieuwe besluit aan het bezwaar of beroep geheel tegemoet komt. Artikel 5:39 lid 1 Awb bepaalt dat het bezwaar, beroep of hoger beroep mede betrekking heeft op de invorderingsbeschikking, voor zover de belanghebbende deze betwist.

Anders dan het geval is bij artikel 6:19 lid 1 Awb wordt de invorderingsbeschikking dus niet van rechtswege meegenomen bij het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen de last onder dwangsom. De belanghebbende zal de invorderingsbeschikking eerst moeten betwisten. Er wordt van hem dus actie verwacht. Zo bezien is het ook logisch dat artikel 5:39 lid 3 Awb bepaalt dat de belanghebbende (en dus niet het bestuursorgaan) een kopie van de invorderingsbeschikking moet overleggen. 

Zoals gezegd bevat artikel 4:125 Awb eenzelfde regeling voor de bijkomende beschikking. Mr. M.W. Scheltema stelt in zijn boek "Bestuursrechtelijke geldschulden" dat de eisen die aan een betwisting van een bijkomende beschikking worden gesteld kunnen verschillen per bijkomende beschikking. Hij geeft aan dat het bijvoorbeeld niet ondenkbaar is dat een rechter, in geval er beroep is ingesteld tegen een beschikking tot vastlegging van een verplichting tot betaling - "al dan niet na ambtshalve onderzoek" - ervan uitgaat dat het beroep tevens is gericht tegen de bijkomende beschikking tot vaststelling van de wettelijke rente wegens te late betaling. 

Scheltema had een vooruitziende blik. De Afdeling overweegt in haar uitspraak van 2 november:

"Bij besluiten van 13 juli 2010 en 31 augustus 2010 heeft de burgemeester twee van de door [appellant] verbeurde dwangsommen van hem ingevorderd, zodat hangende het beroep bij de rechtbank tegen de last onder dwangsom ingevolge artikel 5:39, eerste lid, van de Awb van rechtswege beroep is ontstaan tegen deze invorderingsbesluiten."
Dit is in lijn met een eerdere uitspraak van de Afdeling. De Afdeling lijkt er dus van uit te gaan dat een overtreder die het niet eens is met een last onder dwangsom het ook niet eens is met een invorderingsbeschikking. Dat is op zich geen onlogische gedachte. Het zou echter wel zo zuiver zijn geweest als de Afdeling deze gedachtegang ook in haar uitspraak had verwoord. Nu lijkt de Afdeling artikel 5:39 lid 1 Awb zo uit te leggen dat het bezwaar, beroep of hoger beroep van rechtswege wordt geacht mede te zijn gericht tegen de invorderingsbeschikking, ongeacht of de belanghebbende de invorderingsbeschikking heeft betwist. Dat lijkt mij een evident onjuiste uitleg van artikel 5:39 lid 1 Awb. 

Evenals in de eerdere uitspraak vervolgt de Afdeling haar overwegingen met:

"Het lag uit een oogpunt van processuele rechtszekerheid voor partijen in de rede dat de rechtbank na de aanhangigmaking van het beroep tegen de last, de burgemeester aan artikel 5:39 van de Awb had herinnerd en hem had verzocht eventuele invorderingsbesluiten en daartegen bij hem gemaakte bezwaren zo spoedig mogelijk naar de rechtbank te zenden." 
De conclusie is dat de Afdeling vindt dat de rechter, als er beroep of hoger beroep aanhangig is tegen een last onder dwangsom, ervan uit moet gaan dat de invorderingsbeschikking wordt betwist. Daarbij hoeft de belanghebbende niet eens te voldoen aan de verplichting van artikel 5:39 lid 3 Awb. De Afdeling verwacht - uit een oogpunt van processuele rechtszekerheid - dat de rechtbank ambtshalve informeert of er een invorderingsbeschikking is genomen.
BU3115

Geen opmerkingen:

Een reactie posten