donderdag 17 november 2011

Duur foutje

ABRvS, 17 november 2011. Iemand had een houtaannemer (dat woord heb ik letterlijk overgenomen uit de uitspraak) opdracht gegeven om in Laag-Soerden een aantal bomen, die deel uitmaakten van een gemeentelijk monument, te kappen en het hout af te voeren. De benodigde vergunningen ontbraken blijkbaar, want de toezichthouder besloot met toepassing van bestuursdwang de kap en afvoer van het hout onmiddellijk stil te leggen. Het college van B en W van Rheden besloot om daarnaast de last op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 30.000,-- ineens op te leggen, als de overtreder "ondanks de stillegging de kap en het afvoeren van het hout toch voortzet".

De houtaannemer voerde na de oplegging van de last onder dwangsom het hout van de reeds gekapte bomen af. Het college constateerde dat de dwangsom was verbeurd en besloot tot invordering over te gaan. De overtreder maakte tevergeefs bezwaar en beroep tegen de invorderingsbeschikking en belandde uiteindelijk bij de Afdeling.

Hij voerde ten eerste aan dat uit de last niet duidelijk bleek dat ook het hout van de reeds gekapte bomen niet mocht worden afgevoerd. De Afdeling oordeelde echter dat uit de tekst van het besluit voldoende duidelijk volgde dat ook het afvoeren van het reeds gekapte hout onder de last viel.

Ten tweede voerde de overtreder aan dat niet hij, maar de houtaannemer als overtreder had moeten worden aangemerkt. De Afdeling oordeelt dat dit argument aangevoerd had moeten worden in een procedure tegen de last onder dwangsom en niet kan worden aangevoerd in een procedure tegen de invorderingsbeschikking. 

Ten derde - en dit is het meest interessante betoog - betoogde de overtreder dat de dwangsom ten onrechte (volledig) was ingevorderd omdat de houtaannemer tegen de instructie van de overtreder in het hout had afgevoerd en daarvan ook eigenaar was geworden.

De Afdeling oordeelt onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis dat verbeurde dwangsommen in beginsel horen te worden ingevorderd en dat slechts in bijzondere omstandigheden geheel of gedeeltelijk van invordering kan worden afgezien. Dat de houtaannemer heeft gehandeld in strijd met de instructies van de overtreder, merkt de Afdeling niet als bijzondere omstandigheid aan. De gedachte zal zijn geweest dat de handeling van de houtaannemer kan worden toegerekend aan de overtreder en dat het feit dat de houtaannemer heeft gehandeld in strijd met de instructie iets is wat tussen de overtreder en de houtaannemer speelt. Ook het feit dat de houtaannemer eigenaar is geworden van het afgevoerde hout, merkt de Afdeling niet als bijzondere omstandigheid aan. 
LJN: BU4553 

2 opmerkingen:

  1. Ik vraag me af wat de grondslag is om te verbieden het illegaal gekapte hout af te voeren. In de APV van Rheden staat slechts dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een boom te kappen.

    JP

    BeantwoordenVerwijderen