dinsdag 8 januari 2013

Betwisting invorderingsbeschikking ter zitting

ABRvS, 27 december 2012. Artikel 5:39 lid 1 Awb bepaalt dat het bezwaar, beroep of hoger beroep tegen een last onder dwangsom tevens betrekking heeft op een beschikking tot invordering van de dwangsom, voorzover de belanghebbende deze betwist

De wet bepaalt niets over de termijn waarbinnen de invorderingsbeschikking moet worden betwist. In de Memorie van Toelichting op artikel 4:125 Awb (dat eenzelfde regeling bevat voor bijkomende beschikkingen bij gewone bestuursrechtelijke geldschulden) wordt opgemerkt dat, binnen de grenzen van een goede procesorde en onder bepaalde omstandigheden, zelfs op de zitting de bijkomende beschikking betwist zou kunnen worden. 

In deze uitspraak van de Afdeling had het bestuursorgaan op 27 maart 2012 besloten om tot invordering van de verbeurde dwangsom over te gaan. Op dat moment had de overtreder al hoger beroep ingesteld. Het hoger beroep diende op 21 november 2012. In de uitspraak wordt vermeld dat de overtreder ter zitting de invorderingsbeschikking heeft betwist. Nu de zitting bijna acht maanden na de bekendmaking van de invorderingsbeschikking plaatsvond, lijkt het mij evident in strijd met het beginsel van een goede procesorde om pas op de zitting de invorderingsbeschikking te betwisten. De Afdeling rept er echter met geen woord over. Waarschijnlijk heeft het bestuursorgaan hier geen punt van gemaakt, maar het geeft wel te denken dat de Afdeling ambtshalve kennelijk zo ruimhartig is. 
LJN: BY7307

Geen opmerkingen:

Een reactie posten