donderdag 7 november 2013

Toetsingskader bij toepassing bevoegdheid artikel 8:72 lid 3 Awb (in stand laten rechtsgevolgen)

ABRvS, 6 november 2013. Op grond van artikel 8:72 lid 3 Awb kan de rechter na vernietiging van het bestreden besluit de rechtsgevolgen van dat besluit in stand laten. De Afdeling oordeelde eerder dat de rechter bij toepassing van die bevoegdheid moest uitgaan van de feiten en omstandigheden ten tijde van de uitspraak. Die jurisprudentie heeft de Afdeling nu gewijzigd in zaken waarin het gaat om de vraag of het bestuursorgaan al dan niet terecht handhavend heeft opgetreden of heeft geweigerd dat te doen. De Afdeling is van oordeel dat in dat soort gevallen het rechtszekerheidsbeginsel vergt dat bij toepassing van de bevoegdheid van artikel 8:72 lid 3 Awb wordt uitgegaan van het tijdstip waarop het bestreden besluit is genomen.

Ik citeer uit de uitspraak van de Afdeling:
"Weliswaar is in onder meer de uitspraak van 13 oktober 2010 overwogen dat de rechter bij de aanwending van de bevoegdheid tot het in stand laten van de rechtsgevolgen dient uit te gaan van de feiten en omstandigheden op het moment van de uitspraak en het dan geldende recht. Dit is echter anders indien het gaat om zaken waarbij de vraag aan de orde is of het college al dan niet terecht is overgegaan tot handhavend optreden of heeft geweigerd dat te doen. Bij de beoordeling van die besluiten dient te worden onderzocht of de gesanctioneerde gedraging ten tijde van het besluit waarbij tot handhavend optreden is overgegaan of is geweigerd daartoe over te gaan had plaatsgevonden en toen verboden was. Indien hierover anders zou worden geoordeeld, zou dit in strijd met de rechtszekerheid tot gevolg kunnen hebben dat een bestuursorgaan handhavend kan optreden tegen een bouwwerk dat vergunningsvrij kon worden opgericht, terwijl dat door veranderde wetgeving niet langer mogelijk is."
ECLI:NL:RVS:2013:1789 

2 opmerkingen:

  1. Jaap,

    Ik kan de overweging van de RvS nog niet geheel doorgronden. Het besluit is van 16 juni 2010. Daarbij wordt een brief betrokken van 17 augustus 2010 als grondslag om de rechtsgevolgen in stand te laten. Deze brief is van een aantal maanden na het tijdstip waarop het bestreden besluit is genomen.

    Is het dan zo bij handhavingsbesluiten en het in stand laten van de rechtsgevolgen dat de feiten en omstandigheden ex nunc worden gepakt en alleen het geldend recht ex tunc?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het antwoord zit al in het weergegeven citaat. De uitzondering op het moment van de uitspraak ziet op de gesanctioneerde gedraging. Heeft deze gedraging toen plaatsgevonden en was dit toen verboden?

      "Bij de beoordeling van die besluiten dient te worden onderzocht of de gesanctioneerde gedraging ten tijde van het besluit waarbij tot handhavend optreden is overgegaan of is geweigerd daartoe over te gaan had plaatsgevonden en toen verboden was."

      Verwijderen