woensdag 15 mei 2013

Afdeling verklaart beroep ongegrond, maar stelt wel nieuwe begunstigingstermijn vast

ABRvS, 15 mei 2013. Het college van B en W van Waalwijk had een last onder dwangsom opgelegd aan Scharloo Beheer wegens een overtreding van artikel 2.1 lid 1 sub c Wabo. Scharloo had hiertegen bezwaar gemaakt. Het bezwaar werd ongegrond verklaard, waarna Scharloo beroep instelde en een verzoek voorlopige voorziening indiende bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. 

De voorzieningenrechter deed onmiddellijk uitspraak in de hoofdzaak. Hij oordeelde dat geen sprake was van een overtreding, vernietigde de beslissing op bezwaar en herriep het primaire besluit. Tegen deze uitspraak stelde het college hoger beroep in.

De Afdeling stelde het college in het gelijk en oordeelde dat wel degelijk sprake was van een overtreding. De Afdeling vernietigde de uitspraak. Als gevolg van deze vernietiging herleefde de last onder dwangsom. Inmiddels was echter de begunstigingstermijn allang verstreken, zodat het gevolg van de uitspraak van de Afdeling zou zijn dat Scharloo met terugwerkende kracht de dwangsommen reeds tot het maximumbedrag had verbeurd. Het college had dit voorzien, vond deze consequentie niet wenselijk en had daarom aan de Afdeling gevraagd om een nieuwe begunstigingstermijn vast te stellen.

Het verzoek van het college is interessant. De vraag is namelijk of het juridisch mogelijk is dit verzoek in te willigen. De Afdeling kan in hoger beroep alleen een nieuwe begunstigingstermijn vaststellen door zelf in de zaak te voorzien en de Afdeling kan alleen zelf in de zaak voorzien als het in beroep het besluit vernietigt. Dat doet de Afdeling in dit geval juist niet. De Afdeling vernietigt de uitspraak van de rechtbank, moet vervolgens oordelen over het beroep tegen het besluit en verklaart dit beroep ongegrond. 

De Afdeling laat dit juridisch probleem voor wat het is en kiest een praktische benadering. De Afdeling bepaalt in het dictum van de uitspraak gewoon dat de begunstigingstermijn wordt vastgesteld op acht weken na verzending van haar uitspraak. Begrijpelijk, maar m.i. juridisch dubieus.
LJN: CA0154

Geen opmerkingen:

Een reactie posten