woensdag 10 augustus 2011

Dwangsom terecht gematigd

ABRvS 10 augustus 2011. Het college van B en W van Ede had een last onder dwangsom opgelegd, waarbij het maximumbedrag aan te verbeuren dwangsommen was bepaald op € 100.000,--. Het college had de hoogte van de dwangsom gebaseerd op een beleidsnota. Op grond van die beleidsnota geldt in dit geval een maximumbedrag van € 20.000,-- dat naar boven of beneden kan worden aangepast als het maximum niet in verhouding staat tot het geschonden belang. De beleidsnota bepaalt daarnaast dat de hoogte kan worden vermenigvuldigd met maximaal een factor 5 als de dwangsom volledig wordt verbeurd en terzake van de overtreding een nieuwe last onder dwangsom moet worden opgelegd. 

Het college beriep zich op laatstgenoemde regel omdat de overtreder eerder een last onder dwangsom opgelegd had gekregen. De rechtbank had in beroep geconstateerd dat deze last betrekking had op een andere overtreding, zodat een vermenigvuldiging met een factor 5 in dit geval niet gerechtvaardigd was. Toch vond de rechtbank in de recidive wel enige aanleiding om van een hoger bedrag uit te gaan omdat zij zelf in de zaak voorzag door het maximumbedrag op € 30.000,-- te bepalen. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank dit had mogen doen.

De uitspraak bevat overigens ook nog een opmerkelijk procesrechtelijke overweging. Het college had zelf ook hoger beroep ingesteld. Dit hoger beroep wordt door de Afdeling niet-ontvankelijk verklaard omdat niet gebleken is van een besluit van het voltallig college tot het instellen van hoger beroep. Het college had een door één wethouder geparafeerd formulier overgelegd, maar de Afdeling constateert dat niet gebleken is dat deze wethouder door het college was gemachtigd om te besluiten tot het instellen van hoger beroep. 
LJN: BR4590

Geen opmerkingen:

Een reactie posten