donderdag 6 december 2012

De derdebelanghebbende en de invorderingsbeschikking

Vzgr. Rechtbank Breda, 6 december 2012. Artikel 5:37 lid 2 Awb bepaalt dat een bestuursorgaan een beslissing omtrent invordering geeft indien een belanghebbende daarom verzoekt.

Alleen een belanghebbende kan dus verzoeken een invorderingsbeschikking te geven. Wie kan als belanghebbende worden aangemerkt? Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat dan toch eerst en vooral moet worden gedacht aan degene die om handhaving heeft verzocht. Dat degene die om handhaving heeft verzocht ook als belanghebbende bij een invorderingsbeschikking kan worden aangemerkt, is voor discussie vatbaar. Zeker in het geval dat na het verbeuren van de dwangsom alsnog uitvoering wordt gegeven aan de last.

Het belang van degene die om handhaving heeft verzocht lijkt mij te zijn dat er een einde aan de overtreding wordt gemaakt. Als de overtreder geen gehoor geeft aan de last en de dwangsommen daardoor tot het maximumbedrag verbeurd raken, dan is het dwangsombesluit uitgewerkt.

Het belang van een effectieve handhaving vergt dat verbeurde dwangsommen in beginsel ook worden ingevorderd. Gebeurt dat niet dan ondermijnt dat de dreiging die van een last onder dwangsom hoort uit te gaan. Het belang van een effectieve handhaving is echter een algemeen belang en geen te individualiseren rechtstreeks belang van degene die om handhaving heeft verzocht. De invordering van verbeurde dwangsommen maakt immers geen einde aan de overtreding.

Dat weerhield de voorzieningenrechter van de Rechtbank Breda er in zijn uitspraak van 6 december 2012 niet van om degene die om handhaving had verzocht toe laten als derdebelanghebbende in de procedure tussen het bestuursorgaan (dat ambtshalve had beslist om tot invordering van de verbeurde dwangsommen over te gaan) en de overtreder. De voorzieningenrechter baseert zijn oordeel dat de verzoeker om handhaving als belanghebbende bij de invorderingsbeschikking kan worden aangemerkt op de eerder aangehaalde parlementaire geschiedenis. Dat in dit geval de invorderingsbeschikking ambtshalve en niet op verzoek van de derdebelanghebbende is genomen, doet er naar het oordeel van de voorzieningenrechter, niet aan af dat de derdebelanghebbende als belanghebbende kan worden aangemerkt.

Het opvallende is dat de voorzieningenrechter van dezelfde rechtbank[1] in een andere procedure waar exact dezelfde casus speelde had geoordeel dat degene die om handhaving had verzocht niet als belanghebbende tot de procedure kon worden toegelaten omdat bij het bestreden besluit slechts een financieel belang was betrokken en dat dat belang degene die om handhaving had verzocht niet raakte.


[1] Vzgr. Rechtbank Breda, 2 augustus 2012, zaaknummer AWB 12/2740 ((nog) niet gepubliceerd).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten