De overtreder wees erop dat het college al geruime tijd wist van de overtreding. Sterker nog, het college had in 2003 en in 2005 voor deze overtreding een last onder dwangsom opgelegd. In beide gevallen was dit handhavingstraject in bezwaar doodgebloed omdat het college tot de conclusie was gekomen dat het niet handhavend kon optreden. De overtreder vond dat het college onder deze omstandigheden niet meer tot handhaving kon overgaan.
De Afdeling kijkt daar anders tegenaan en overweegt het volgende:
"Bij eerdere besluiten van 18 augustus 2003 en 17 november 2005 naar aanleiding van de twee eerder opgelegde lasten onder dwangsom, heeft het college weliswaar overwogen dat het niet handhavend optreedt tegen de aanwezigheid van zes, en later zeven, woonappartementen, maar dat betekent niet dat het college later niet alsnog handhavend kan optreden, bijvoorbeeld vanwege een ingediend verzoek om handhaving of verandering in de omvang van de overtreding. De situatie is ook ten opzichte van 2005 wezenlijk gewijzigd doordat het aantal woonappartementen is toegenomen. Daarnaast heeft het in het aangrenzende gebouw gevestigde bedrijf KBSM het college bij brief van 19 juni 2009 verzocht om handhavend op te treden."Dus zelfs als het bestuursorgaan heeft verklaard niet te zullen handhaven, kan het daartoe later alsnog overgaan. Daar moet dan wel een aanleiding voor zijn. Die aanleiding kan een verzoek tot handhaving van een derde zijn of een verandering in de omvang van de overtreding.
De overtreder betoogde nog dat de eerdere lasten onder dwangsom ook op verzoek van de buurman tot stand waren gekomen en dat de buurman nooit rechtsmiddelen had ingesteld tegen de besluiten waarbij de lasten buiten werking waren gesteld. De Afdeling overweegt dat dit de buurman niet tegengeworpen kan worden omdat nooit afwijzend is beschikt op de eerdere verzoeken en dat de buurman bovendien heeft onderbouwd een groot belang te hebben bij beƫindiging van de overtreding. Dat de buurman al geruime tijd op de hoogte was van de overtreding, betekent niet, aldus de Afdeling, dat het verzoek tot handhaving vanwege rechtsverwerking afgewezen had moeten worden.
LJN: BV5065
Geen opmerkingen:
Een reactie posten