De Afdeling stelt het college in het ongelijk. Voor een goed begrip geef ik hierna de volledige overweging van de Afdeling weer:
"Blijkens de door het college op 21 april 2009 vastgestelde nota "Handhaafbeleid 2009" hanteert het college bij het vaststellen van de hoogte van een dwangsom referentiebedragen. In voornoemde nota is hierover opgemerkt dat om te voorkomen dat er willekeur ontstaat, gebruik wordt gemaakt van referentietabellen en dat deze een richtlijn geven voor het in te zetten juridische instrument en een bandbreedte geven waarbinnen dwangsommen worden bepaald. Uit de bij de nota als bijlage gevoegde referentietabel volgt dat aan een bedrijf dat handelt in strijd met het bestemmingsplan een dwangsom van maximaal € 20.000,00 kan worden opgelegd. In de nota "Handhaafbeleid 2009" is geen mogelijkheid beschreven om af te wijken van het maximale bedrag bij de eerste aanschrijving. Het college heeft als motivering voor het afwijken van het referentiebedrag slechts aangegeven dat de omvang van de bedrijfsactiviteiten op het perceel en de voorgeschiedenis een bedrag van € 100.000,00 rechtvaardigen. De voorzieningenrechter heeft dit, gelet op hetgeen in de nota "Handhaafbeleid 2009" is bepaald met betrekking tot de referentiebedragen, terecht een onvoldoende motivering geacht."De toetsing van de hoogte van de dwangsom is een marginale toets, maar als het bestuursorgaan beleid formuleert met betrekking tot de hoogte van de dwangsom moet het zich wel aan dit beleid houden.
LJN: BR1440
Geen opmerkingen:
Een reactie posten