woensdag 14 september 2011

Geen bestuurlijke handhaving overtreding Wegenwet

ABRvS, 14 september 2011. Artikel 16 Wegenwet bepaalt dat de gemeente ervoor moet zorgen dat de wegen die binnen haar grondgebied liggen, met uitzondering van de wegen die door het Rijk of de provincie worden onderhouden, in goede staat verkeren. Bij uitspraak van 7 februari 2007 (LJN: AZ7977) heeft de Afdeling voor het eerst uitgemaakt dat artikel 16 Wegenwet geen afdwingbaar gebod of verbod kent.

Voordat deze uitspraak werd gedaan, had het college van Oegstgeest een last onder dwangsom opgelegd aan de gemeente Leiden wegens overtreding van artikel 16 Wegenwet. Vijf jaar later dient het hoger beroep en de Afdeling grijpt deze zaak aan om nog eens heel duidelijk te maken dat zij niet van plan is de in 2007 ingezette lijn te wijzigen. De Afdeling bevestigt nog eens dat artikel 16 Wegenwet, evenmin in verbinding met artikel 50 Wegenwet, grondslag biedt voor bestuursrechtelijke handhaving.

De Afdeling overweegt:
"Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat uit artikel 6:174, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek volgt dat bij de gemeente de aansprakelijkheid rust voor de openbare wegen ten aanzien waarvan zij dient te zorgen dat ze in goede staat verkeren. Voor zover de gemeente die plicht verzuimt, kan daartegen bij de burgerlijke rechter worden opgekomen. Omdat de burgerlijke rechter dienaangaande een bestendige jurisprudentie heeft ontwikkeld en de onderhoudsplicht voor openbare wegen slechts zelden berust bij anderen dan het Rijk, de provincie of de gemeente waarbinnen die wegen liggen, geniet het vanuit het oogpunt van rechtszekerheid de voorkeur vraagstukken over het onderhoud van openbare wegen door die anderen eveneens bij de burgerlijke rechter te concentreren."
Daar voegt de Afdeling nog het volgende aan toe:
Dit laat onverlet de bevoegdheid van het college om krachtens artikel 20, eerste lid, van de Wegenwet het onderhoud van binnen de gemeente liggende wegen ten laste van de gemeente te brengen en degene die voordien onderhoudsplichtig was krachtens artikel 20, derde lid, van de Wegenwet te verplichten tot betaling voor het onderhoud. Zo’n beslissing is aan te merken als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
LJN: BS8633

Geen opmerkingen:

Een reactie posten