donderdag 24 maart 2011

Sluiting woning op grond van artikel 13b lid 1 Opiumwet

ABRvS, 23 maart 2011. De burgemeester van Maastricht had met toepassing van artikel 13b lid 1 Opiumwet besloten tot het toepassen van bestuursdwang door een woning waar drugs voor de handel waren aangetroffen voor de duur van drie maanden te sluiten. De bewoner betoogde dat er ten tijde van het besluit al twee maanden waren verstreken na de vondst van de drugs, dat er sindsdien geen drugs meer aanwezig waren en dat er dus geen noodzaak was voor de sluiting van de woning. Verder betoogde hij dat het besluit een inmenging in zijn persoonlijke levenssfeer inhield en dus in strijd was met artikel 8 lid 1 EVRM.

De Afdeling oordeelt dat het tijdsverloop, gelet op de ingrijpende strekking van het besluit, niet onevenredig lang is en dat er wel degelijk reden was voor het nemen van het besluit omdat niet duidelijk was hoeveel sleutels van de woning in omloop waren. Ten aanzien van het betoog dat het besluit in strijd was met artikel 8 lid 1 EVRM, merkt de Afdeling op dat ten tijde van het besluit de bewoner in voorlopige hechtenis zat en zijn zoontje bij familie was ondergebracht. De woning werd ten tijde van het besluit dus niet bewoond en dat brengt de Afdeling tot het oordeel dat met het besluit geen inbreuk werd gemaakt op de persoonlijke levenssfeer.
LJN: BP8750

Geen opmerkingen:

Een reactie posten