woensdag 13 april 2011

Overtreder gebruiksvoorschriften bestemmingsplan

ABRvS, 13 april 2011. Het dagelijks bestuur van de deelgemeente Feijenoord had met toepassing van spoedeisende bestuursdwang een hennepkwekerij in een woning ontruimd. In het primaire besluit was de bevoegdheid tot handhaving gebaseerd op overtreding van artikel 1a lid 2 Woningwet. In bezwaar werd de bevoegdheid gebaseerd op overtreding van de gebruiksvoorschriften van het vigerende bestemmingsplan. De overtreder maakte tegen deze wijziging van de grondslag bezwaar, maar de Afdeling overweegt dat in bezwaar een ander voorschrift aan het handhavingsbesluit ten grondslag kan worden gelegd, mits het ten grondslag gelegde feitencomplex en de opgelegde last niet of niet al te zeer worden gewijzigd.

De overtreder bestreed dat hij als overtreder kon worden aangemerkt. De Afdeling overweegt dat het aan het bestuursorgaan is om aannemelijk te maken dat degene op wie het de kosten van bestuursdwang wil verhalen als overtreder kan worden aangemerkt. Als de betrokkene eigenaar is van de woning en op dat adres staat ingeschreven in de GBA, dan mag er in beginsel van uitgegaan worden dat de betrokkene overtreder is. Het is dan aan de betrokkene om dat te weerleggen. Als de betrokkene dat doet, dan is het aan het bestuursorgaan om daarop te reageren.

In dit geval was de betrokkene geen eigenaar, maar medehuurder. Toch overweegt de Afdeling dat het dagelijks bestuur ervan mocht uitgaan dat de betrokkene overtreder was omdat hij in de GBA op het adres stond ingeschreven en omdat hij het adres ook daadwerkelijk als correspondentieadres gebruikte. Dat de woning was onderverhuurd, maakte dat niet anders volgens de Afdeling omdat het ook verboden was de woning te laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan.

De betrokkene voerde nog aan dat het onredelijk is dat de kosten van bestuursdwang alleen op hem worden verhaald omdat ook zijn medehuurder en de onderhuurders als overtreder konden worden aangemerkt. De Afdeling overweegt dat het dagelijks bestuur de betrokkene als overtreder mocht aanmerken en dus ook de kosten op hem mocht verhalen. Daarbij betrekt de Afdeling wel de omstandigheid dat de medehuurder naar het buitenland was vertrokken en dat de onderhuurders onvindbaar waren. De vraag is of het oordeel van de Afdeling anders zou zijn als de andere overtreders wel aangeschreven hadden kunnen worden. 
LJN: BQ1029 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten