zaterdag 30 april 2011

Vordering Chemie-Pack tot opheffing beslag afgewezen

Vz. rechtbank Breda, 27 april 2011. De casus is inmiddels alom bekend. Bij het blussen van de brand bij Chemie-Pack is bluswater in de sloten terechtgekomen. Het dagelijks bestuur van het waterschap Brabantse Delta heeft spoedshalve bestuursdwang toegepast en deze lozing op kosten van Chemie-Pack ongedaan gemaakt. Tot zekerstelling van zijn verhaalsrechten heeft het waterschap conservatoir beslag gelegd onder de verzekeraar van Chemie-Pack op de verzekeringspenningen.

Bij uitspraak van 21 april 2011 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Breda het door Chemie-Pack ingediende verzoek voorlopige voorziening tegen het besluit tot toepassing bestuursdwang afgewezen. Aan die uitspraak heb ik op mijn blog al uitgebreid aandacht aan besteed.

Chemie-Pack had ook een vordering tot opheffing van het beslag ingesteld. Deze vordering was onder meer gebaseerd op de stelling dat het besluit tot toepassing bestuursdwang ondeugdelijk was. Dat roept de vraag op in hoeverre de civiele voorzieningenrechter zich in een dergelijke procedure kan uitlaten over de rechtsgeldigheid van een bestuursrechtelijk besluit.

De (civiele) voorzieningenrechter overweegt dat het vaste jurisprudentie is dat, als tegen een besluit een  met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstond, de civiele rechter moet uitgaan van de geldigheid van het besluit zolang dat nog niet is vernietigd. De voorzieningenrechter overweegt dat hij moet uitgaan van de uitspraak van zijn collega en dat hij geen inhoudelijk oordeel kan geven omdat dat leidt tot een onaanvaarbare doorkruising van de door de Hoge Raad geformuleerde uitgangspunten en bevoegdheidsverdeling.
LJN: BQ2774

NB: het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft bij arrest van 8 juni 2011 (LJN: BQ7541) dit vonnis gedeeltelijk vernietigd en het beslag gedeeltelijk opgeheven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten