Volgens de overtreder in deze zaak had het college van B en W bij het nemen van de beslissing op bezwaar rekening moeten houden met de omstandigheid dat hij inmiddels een einde aan de overtreding had gemaakt. Doordat het college van B en W in bezwaar de last onder dwangsom handhaafde, kreeg de last naar zijn mening een preventief karakter. Omdat niet gebleken was van een klaarblijkelijk gevaar op overtreding, diende het besluit naar de mening van de overtreder vernietigd te worden.
De Afdeling overweegt:
"Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling, reeds neergelegd in de uitspraak van 23 juni 2004 (in zaak nr. 200306954/1), maakt het feit dat na het nemen van een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom - conform de beoogde werking − aan deze last wordt voldaan, niet dat dit besluit in redelijkheid niet kan worden gehandhaafd bij de beslissing op het bezwaar. Anders dan BioEnergy-Maasland stelt, is onder dergelijke omstandigheden geen sprake van een preventieve last onder dwangsom."LJN: BQ5889
Geen opmerkingen:
Een reactie posten