woensdag 4 mei 2011

Schorsing besluit bestuursdwang wegens te lang dralen

Vz. ABRvS, 3 mei 2011. De burgemeester van Amsterdam had bij besluit van 30 november 2006 geweigerd exploitatievergunningen te verlenen aan een aantal prostitutiebedrijven. Tegelijkertijd had hij bestuursdwang aangezegd als de bedrijven hun deuren niet binnen vier weken na verzending van het besluit zouden sluiten.

Op het bezwaar tegen deze besluiten werd pas op 3 februari 2010 beslist. De bezwaren werden ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde het beroep ongegrond, waarna de bedrijven hoger beroep instelden. Zij dienden tevens een verzoek voorlopige voorziening in bij de voorzitter.

De voorzitter overweegt dat de zaak zich niet leent voor een voorlopige inhoudelijke beoordeling. Wel schorst hij het bestuursdwangbesluit, waarbij hij de volgende feiten en omstandigheden in aanmerking neemt:
- de lange duur van de procedure;
- de eerdere berusting van de burgemeester in een uitspraak van de voorzieningenrechter tot schorsing van het bestuursdwangsbesluit;
- het feit dat de burgemeester expliciet heeft toegestaan dat de exploitatie van de bedrijven tot de uitspraak van de rechtbank in de bodemprocedure zou worden voortgezet en;
- de toezegging van de burgemeester dat hij geen bestuursdwang zou toepassen tot de uitspraak van de Afdeling als de Afdeling het hoger beroep op de voet van artikel 8:52 Awb zou behandelen.

De voorzitter overweegt dat weliswaar de Afdeling het verzoek om het hoger beroep op de voet van artikel 8:52 Awb te behandelen heeft afgewezen, maar dat dat maar een paar maanden zal schelen. Gelet op het feit dat er al zo'n lange tijd is verstreken sinds het besluit tot toepassing bestuursdwang is genomen, ziet de voorzitter niet in welk spoedeisend belang de burgemeester heeft om in de tussentijd alsnog over te gaan tot sluiting van de bedrijven.
Zaaknummer: 201102845/2/H3

Geen opmerkingen:

Een reactie posten