Het gerechtshof stelt in dit geval vast dat het oude recht van toepassing is en dat de Hoge Raad in zijn arrest van 4 juni 2004 (NJ 2004/411) al heeft uitgemaakt dat het bepaalde in artikel 3:37 BW van overeenkomstige toepassing is. Dat artikel gaat uit van de datum van ontvangst van de stuitingsbrief. Als de ontvangst van de brief wordt betwist, dan is het aan de verzender om te bewijzen dat de brief op correcte wijze is aangeboden.
Het gerechtshof overweegt dat onder het nieuwe recht aansluiting gezocht kan worden bij het bepaalde in artikel 3:41 Awb. Dat artikel gaat uit van de verzendtheorie. Overigens is het wel zo dat onder het nieuwe recht een schriftelijke sommatie, met uitzondering van de eerste aanmaning als bedoeld ien artikel 4:112 Awb, geen stuitende werking meer heeft. De verjaring kan alleen worden gestuit door:
- een daad van rechtsvervolging;
- een aanmaning als bedoeld in artikel 4:112 Awb;
- een beschikking tot verrekening;
- een erkenning door de schuldenaar en;
- de betekening en tenuitvoerlegging van een dwangbevel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten